Echt ruraal!

27 september 2015 - Eldoret, Kenia

Donderdag 24 september
’s Ochtends moesten we zoals gewoonlijk vroeg ons warme bedje verlaten. We hadden een meeting met leden van het Keniaanse bestuur van de stichting Medische Hulp Kenia. Hier volgde eindeloze speeches van Simon, John en Paul over o.a. tuberculose bestrijding en de ontwikkelingen hierover in Kenia. We merken dat veel Kenianen erg goed zijn in het houden van herhaaldelijke en eindeloze voordrachten. In de middag zijn we naar dezelfde school als gisteren geweest. Dit keer om met de leerlingen te praten. De sfeer was hier duidelijk anders dan op de meisjesschool die we eerder bezochten. We werden met z’n tweeën aan ongeveer 15 leerlingen gekoppeld. De onderwerpen van de gesprekken kwamen grotendeels overeen met die op de meisjesschool.

Fleur en Nina vonden het confronterend om de vraag te horen of er in Nederland zwerfkinderen voorkwamen. Voor de mensen hier is het ‘hebben’ van zwerfkinderen heel gewoon.

Bij Karlijn en Lisa in de groep werd door een jongen gevraagd of ze konden uitleggen hoe een condoom werkt. De groep reageerde hierop door hard te lachen. Het was erg moeilijk in te schatten of deze vraag serieus bedoelt was. Bij de uitleg werd duidelijk dat die wel degelijk serieus was. Met hun ouders en hun leraren kunnen ze er niet over praten, terwijl ze wel leren dat het belangrijk is. Een van hen haalde zelfs een notitieboekje tevoorschijn om het op schrijven.

Bij het afscheid werden veel foto’s gemaakt en laatste handen geschud.

Die avond aten we weer in het restaurant naast het hotel. Hier bleven we tot na sluitingstijd van het restaurant zitten en speelden we het spel 30 seconds. Dit leverde hilarische taferelen op. Nog amper een week samen, maar al zoveel meegemaakt, dat we al duidelijk een hechte groep zijn.

 

Vrijdag 25 september
De dag begon wederom vroeg. Vandaag zouden we echt ruraal gaan. Charles, onze steun en toeverlaat, begroet ons voortaan in het Swahili en corrigeert af en toe lachende onze uitspraak van bepaalde woorden. Een stoffige weg met diepe gaten en hoge hobbels bracht ons naar een door mr. Mertens opgerichte family dispensary. Dit is een beetje te vergelijken met een huisartsenpost of een klein ziekenhuis. Hier kregen we een rondleiding door de twee aanwezige werknemers. Eigenlijk behoorden er 5 mensen te werken, maar de anderen 3 waren in de stad voor bijscholing. De rondleiding voerde ons langs de outpatient department, het medicatie-uitgifte gedeelte, de medicijnopslag, de opname kamers en het laboratorium. Terwijl wij de rondleiding kregen, werd de rij voor de family dispensary langer en langer. We voelden ons hierdoor een beetje bezwaard. Het was erg interessant om te zien wat ze hier met weinig middelen kunnen bereiken. Ook spraken we hier over FGM (vrouwenbesnijdenis). De bevallingen worden hier begeleidt door verpleegkundigen.  Die vertelde ons, dat bijna elke vrouw die hier bevalt besneden is. Hierdoor is de kans op veel bloedverlies tijdens de bevalling veel groter. De regering van Kenia heeft vrouwenbesnijdenis sinds een aantal jaar verboden. Dit is goed te merken als we met een vrouw praten, die net als 30 andere meiden uit haar klas geweigerd heeft besneden te worden. Vroeger wilde mannen dan niet met je trouwen, omdat je niet als volwaardig vrouw werd gezien. We waren erg blij te horen, dat dat nu steeds minder het geval is.
Na dit bezoek gingen we naar het kala azar (= viscerale leishmaniasis) centrum. Hier spraken we met patiënten van alle leeftijden die buiten onder een boom in de schaduw zaten. Een paar meter verderop lag de TB-manyatta (= tuberculose dorp). Hier konden we met deze mensen communiceren middels Simon en John, die als tolk fungeerden. Hier sprak niet iedereen Kiswahili, maar wel Kipokot. Een erg interessante casus was een jongeman van 24 jaar die zeer verzwakt op grond lag. Hij bleek een week eerder door zijn broer binnengebracht te zijn. Hij kon toen niet eens meer op eigen benen staan. De patiënten helpen elkaar waar ze kunnen. Van de hulpverleners ontvangen ze medicatie, onderdak en eten. 
Onderweg naar Dick, de eigenaar van Barnley’s guesthouse, kwamen we langs een rivier die uitmondde in een meertje. De lokale mensen waren bezig hier hun auto te wassen, maar ook hun kleren. Vrouwen en kinderen liepen af en aan met emmers water, vaak op het hoofd gedragen (wat knap!). Kinderen speelden naakt in het snelstromende gedeelte van de rivier en lieten ons trots salto’s en ratslagen zien. We konden ons heel goed voorstellen, dat dit een speelparadijs voor ze was. Ook hebben we hier veel ballonnen uitgedeeld. Hier waren ze super blij mee!

Om vijf uur kwamen we aan bij Barnley’s guesthouse. Hier stapten we van de bus over in de jeeps. Deze brachten ons naar het National Park van Mount Elgon. Het National Park bezit een groot huis, waar wij die nacht konden slapen. Voor het eerst deze reis kookten we voor onszelf. De spaghetti met veel groente en saus werd door Vera en Micha bereidt. Paul maakte voor ons het Afrikaanse gerecht sikuma wiiki (smaakt als boerenkool). Het was heerlijk! Met de wekker gezet om 5.00 uur deden we nog een laatste spelletje, Jungle Speed. Ook mr. Mertens vloog over de tafel om de totempaal te bemachtigen.